top of page

Een eigen webpagina?


Ik heb lang getwijfeld. Ik heb er verschillende uitgeprobeerd en dan weer gewist. Een eigen webpagina... Ik keek naar mijn probeersels en dacht dan vooral na over mezelf. Ben ik mezelf aan het promoten? Zet ik mezelf in de kijker? Alvast wel. Ik moet daar niet onnozel over doen. Het heeft iets exhibitionistisch, iets pochend: kijk naar mij en zie ik wat ik kan. Die drempel had ik al eens genomen. Ik heb al een hele tijd een facebookpagina. En dan ook nog eens een webpagina?

Mijn twijfels verdwenen toen anderen me aanspoorden om zo'n pagina te starten. Het argument was dat een facebookpagina vooral preken voor de eigen kerk is. Applaus zoeken bij gelijkgezinden. Makkelijk dus, zo'n facebookpagina. Een website is iets heel anders. Met een website stel je jezelf veel kwetsbaarder op. Iedereen kan op je website terecht komen. Ook mensen die helemaal niet akkoord zijn met wat je schrijft.

Mijn twijfels verdampten. Ik wil namelijk voor iets staan. Ik wil iets overbrengen. Ik wil heel graag meewerken aan verandering. Geen politieke verandering. Ik wil meewerken aan verandering op het werkveld dat me zeer nauw aan het hart ligt: alles wat te maken heeft met psychiatrie en bij uitbreiding alles wat te maken heeft met psychisch kwetsbaar zijn. Ik wil meewerken aan een psychiatrie die meer humaan is, meer op mensenmaat, verstaanbaar maar ook minder van uit dwang en drang. Op deze pagina wil ik vooral uiteenzetten wat zo belangrijk is in de herstelbeweging en wat zo belangrijk is bij Kwartiermaken en waarom die twee zo heel sterk met elkaar verbonden zijn.

Dit wordt een website voor hulpverleners, patiënten, ex-patiënten, ervaringsdeskundigen maar ook alle andere burgers die vroeg of laat zonder enige twijfel met psychische kwetsbaarheid in aanraking zullen komen.

Mijn hoop is met deze pagina ook mensen te ontmoeten die het niet eens zullen zijn met wat hier staat. Dialoog is immers het allerbelangrijkste. Samen maken we het verschil, daar ben ik zeker van. U ook?

(de portrettekening is van Ingrid Lammerant, met veel dank)


bottom of page